Bouwen met Staal | Veelzijdig, flexibel, duurzaam Bouwen met Staal

Oude Touwfabriek, Oudewater

In het Groene Hart bij Oudewater (provincie Utrecht) is het vroegere terrein van touwfabriek G. van der Lee omgetoverd tot eigentijdse woonwijk in historische context. Braaksma & Roos Architectenbureau liet de gevarieerde verzameling van 47 woningen voegen ín en bij de monumentale fabriekshal en het ketelhuis. Met behoud van de oorspronkelijke, beeldbepalende vakwerkconstructies.
 

« terug naar Architect + Staal juni 2017

Zo’n 130 jaar geleden verscheen het ketelhuis als eerste gebouw op het 8.000 m2 grote terrein. In de loop der jaren volgde de fabriekshal met zijn zaagtanddaken, de smederij en enkele bedrijfs- annex kantoorgebouwen. Van der Lee vertrok in 1994 naar elders. Na wisselend gebruik kwam het complex enkele jaren geleden leeg te staan.

Wat bleef, was de bekoorlijke aanwezigheid van een typisch industrieel ensemble midden in een weidse polder van het Groene Hart én de potentie van de bestaande gebouwen en constructies tot hergebruik voor een nieuwe functie. Hierop liet NL Development Braaksma & Roos Architectenbureau een ontwerp maken voor herontwikkeling tot woongebied.

Het ontwerp voorziet in 47 woningen van uiteenlopende typen, voor zowel doorstromers als starters. Binnenin de fabriekshal, zo’n 35x25 m groot, zijn 14 loftwoningen geprojecteerd, aangevuld met 1 loftwoning in het ketelhuis. Naast de hal staan acht nieuwbouwwoningen, uitgevoerd in de stijl van de monumentale oudbouw en gevoegd in de bestaande, langgerekte strokenbebouwing van het terrein.

Bij de transformatie van de fabriekshal is de oorspronkelijke draagconstructie van stalen vakwerkspanten geheel in tact gebleven. De woningen (voor starters) zijn ingevoegd aan beide langszijden van de hal. Dat vergemakkelijkt de ontsluiting van de woningen en geeft midden in de hal een open verkeers- en ontmoetingsruimte. Om van deze binnenplaats een buitenplaats te maken, zijn de pannen en het dakbeschot van de sheddaken verwijderd. Daarna is de staalconstructie (waar nodig) gerestaureerd, geconserveerd en geschilderd. De kleinere gebruikssporen op het staal zijn gebleven, ter herinnering aan het industriële verleden.

Aan de langsgevels van de hal hebben de rijen woningen een nagenoeg gesloten gevel. De gevels aan de westkant van de hal zijn bestaand, de oostelijke gevels zijn nieuw maar refereren onmiskenbaar aan de historische staalconstructie. Op het houtskeletbouw-binnenblad zit een buitenblad van baksteen waarin gehalveerde, thermisch verzinkte en geschilderde staalprofielen zijn opgenomen. Ze markeren het kenmerkende profiel van de sheddaken. De woninggevels ín de hal zijn transparant, voor zicht op (en toegang tot) de binnenplaats met de tuintjes, vlonderterras en waterpartij.

Tussen de woningen staan de kolommen van de staalconstructie in de spouw van woningscheidende wanden (dubbele houtskeletbouwwanden). Omwille van de brandwerendheid zijn ze bekleed met 15 mm brandwerende plaat. Enkele spantdelen lopen door de houtskeletbouwwanden heen en zijn akoestisch ontkoppeld om geluidsoverdracht tussen de woningen te reduceren. In elke woning blijven ten minste één hoofdspant en meerdere dwarsspanten van het dak in het zicht.

Bij de binnenplaats staan de spantbenen buiten de woninggevels. Constructiedelen die door de gevels heengaan, zijn omhuld met koudebrugonderbrekend materiaal. De buitenzijde van de doorvoering is waterdicht afgewerkt.

Fors was het funderingsherstel. Uit onderzoek van constructeur IMd Raadgevende Ingenieurs bleek dat de koppen van de bestaande houten funderingspalen te zeer waren aangetast. Daarop zijn in de bestaande betonnen vloerplaat sparingen gemaakt voor doorvoer van nieuwe buispalen. Op de palen is een nieuwe, geïsoleerde betonvloer gestort. De oude vloer deed hierbij dienst als bekisting.

De behouden sheddaken zijn ingevuld met geïsoleerde dakelementen, waarop de oude keramische dakpannen terug zijn gelegd. De dakzijden die op het noorden zijn gericht, zijn toegerust met aluminium dakramen. Hiermee is het daglicht tot de slaapkamers op de woningverdiepingen gegarandeerd.

Ook het ketelhuis met 25 m hoge schoorsteen is via restauratie geschikt gemaakt voor een woonfunctie. De voormalige smederij, grenzend aan de fabriekshal, is ontdaan van zijn kap. De constructie – eveneens van stalen vakwerken – is gerestaureerd en geconserveerd. De open ruimte fungeert nu als stalling voor de bewoners.

Overige gebouwen op het terrein zijn (of waren al) gesloopt en hebben plaats gemaakt voor woningen. Deze nieuwbouw is van eenzelfde volume als de vroegere bebouwing, houdt dezelfde lengte-oriëntatie aan met lange tussenliggende zichtlijnen en biedt in dwarsrichting een onbelemmerd uitzicht op het polderlandschap.

De 47 woningen zijn in een mum van tijd verkocht. De nieuwe huiseigenaren nemen in de loop van 2017 en 2018 hun intrek.

  • Afbeeldingen: Braaksma & Roos Architectenbureau, NL Development en Vergeer Bouw.

ADO, juni 2017.