Oceaanhuis, Rotterdam
« terug naar Architect+Staal juni 2019Nieuwe lente voor monumentaal werkgebouw
Tot de jaren ’70 werden er nog koelkasten, stofzuigers en bromfietsen geproduceerd. Nu – dik 100 jaar na ‘de eerste steen’ – beleeft het Oceaanhuis aan de Westzeedijk in Rotterdam de kickstart voor een volgende, toekomstbestendige gebruiksfase. Naar ontwerp van Mei architects and planners wordt het monumentale werkgebouw getransformeerd tot woongebouw met een keur aan appartementen.
Het oorspronkelijke gebouw dateert van 1909, gebouwd in twee lagen in Overgangsarchitectuur. Architecten J. Verheul Dzn. en C.N. van Goor tekenen voor het ontwerp. In 1942 valt het gebouw ten prooi aan het bombardement. Herbouw van het getroffen deel vindt plaats tussen 1946 en 1948. Hierbij wordt tevens een uitbreiding doorgevoerd. Het resultaat is het huidige Oceaanhuis: drie lagen in een meer Traditionalistisch stijl met de kenmerkende rode bakstenen gevels en rechthoekige raampartijen, naar ontwerp van architect H. Geistdorfer.
Het Oceaanhuis staat ook wel bekend als het ‘Stokvisgebouw’, want tot begin jaren ’70 vervaardigt de firma Stokvis & Zn. er huishoudelijke apparatuur en bekende bromfietsmerken als Zundapp, Puch en (natuurlijk) Stokvis. In ’73 verhuist Stokvis en gaat het pand van hand tot hand. Onder meer de gemeente Rotterdam, politie Rotterdam en de Hogeschool hebben er tijdelijk adres gehouden. Inmiddels is het Oceaanhuis een Rijksmonument.
Het ontwerp van Mei voorziet in de herbestemming tot appartementengebouw met 184 woningen, variërend van 45–250 m2 en uiteenlopend van gezinswoningen, studio’s en lofts tot hoekwoningen, woon-/werkappartementen en penthouses. Bij de transformatie worden de verschillende, zichtbare tijdslagen in het gebouw in ere gehouden door met zorg nieuwe woningen te injecteren, op gepaste plaatsen binnen de bestaande plattegrond. Een 22-tal woningen is geprojecteerd op het dak, waardoor aan het bestaande gebouw een nieuwe (tijds)laag wordt toegevoegd.
Het leeuwendeel van de nieuwe appartementen komt op de onderste drie lagen van het Oceaanhuis. Ze worden verdeeld over twee ringen, die ontstaan door de bestaande lichthoven te koppelen. De woningen aan de buitenring worden ontsloten vanaf de straat. In de binnenring liggen de woningen aan het atrium: ooit de open plek voor het laden en lossen van vrachtwagens, binnenkort de collectieve binnentuin en verkeersruimte voor de bewoners. De woningen in het gebouw krijgen monumentale raamindelingen en hoge plafonds met afgeronde aansluitingen. De gegeven forse verdiepinghoogten – 4 tot 5 m – maken het mogelijk om in elk appartement een extra entresol aan te brengen. De entresol-vloer van 8 cm dik massief hout rust op houten stokkenwanden met daarin dragende staalprofielen.
Het herbestemmingsontwerp behelst tevens het behoud dan wel de restauratie van de monumentale delen van het gebouw, zoals de entree aan het Heiman Dullaertplein, de Gotische-, Tudor- en Julianazaal en de oorspronkelijke bedrijfskantine op het dak. Deze gebouwdelen blijven zoveel mogelijk intact. In de Julianazaal wordt een woning als een doos in de bestaande doos ingevoegd. In de kantine komen nog eens twee woningen.
Ook de ornamentale marmeren bekleding van gangen en trappenhuizen, het glas-in-lood in de wanden en het smeedwerk blijven behouden om de geschiedenis van het gebouw te laten voortleven. Aan de buitengevels verandert nagenoeg niets. De ramen krijgen dubbelglas in een dun staalprofiel met draaiend element. Elk kozijn wordt voorzien van twee roosters met een WTW-ventilatiesysteem. De oude zonwering keert terug, maar dan niet meer afhangen aan de buitengevel. Straks komt de zonwering via een sparing aan de bovenzijde van het kozijn naar buiten. Hiertoe wordt aan de binnenzijde van het kozijn een voorziening aangebracht die echter nauwelijks zichtbaar is. Ook de authentieke verticale lichthoven op de hoeken van het gebouw maken hun rentree. Hiervoor worden de later aangebrachte verdiepingvloeren verwijderd.
De oude lichtstraten op het dak zijn dichtgemaakt om de komst van de dakwoningen mogelijk te maken. Deze woningen worden uitgevoerd in staalframebouw: geprefabriceerde wanden, vloeren en daken, opgebouwd uit frames van dunwandige, koudgevormde en thermisch verzinkte staalprofielen.
Naast het geringe eigen gewicht zijn de staalframebouwdelen maatvast, want ze zijn weinig gevoelig voor klimaatinvloeden zoals de sterk wisselende luchtvochtigheid waar Nederland om bekend staat. Krimp en uitzetting treden niet op. FeNB2 Staalframebouw stelt de verschillende onderdelen samen tot elementen van ongeveer 3x6 tot 3x9 m. Zo worden ze naar de bouwlocatie vervoerd. Daar worden ze aangebracht op een (warmgewalste) staalconstructie die over het bestaande dak is gemonteerd. Deze tafelconstructie zorgt voor een gespreide afdracht van de nieuwe belastingen.
De dakwoningen worden bereikbaar via de onderling gekoppelde, monumentale trappenhuizen in de binnenring. Compleet met dakterrassen over de volle breedten zijn de dakwoningen rondom de bestaande lichthoven georganiseerd. De dakopbouw ligt terug ten opzichte van de bestaande gevellijn. Hierdoor is ruimte ontstaan voor de terrassen en blijft tegelijkertijd het karakteristieke straatbeeld van het bestaande gebouw intact.
De nieuwe bewoners kunnen hun auto’s kwijt in de bestaande (gesprinklerde) parkeerkelder, die tijdens de herbestemming onaangeroerd blijft. De installaties in de kelder worden hergebruikt.
Bij de brandveiligheid van de herbestemming speelt het atrium een belangrijke rol. In geval van brand wordt de rook afgevoerd via de open delen in het atriumdak. Hierdoor kunnen de voorzieningen in de atriumgevels voor het voorkomen van brandoverslag tussen woningen worden beperkt tot enkele brandwerende puien in de vier hoeken van het atrium. De ontvluchting gaat via de inpandige gangen en trappen. Hierbij is het vluchten altijd in twee richtingen mogelijk. De brandwerende scheidingen voldoen aan de verbouweisen (30 minuten). Door de pakketopbouw, in verband met akoestische eisen, wordt uiteindelijk zelfs 60 minuten brandwerendheid gehaald. Voorzover onderdeel van de 'hoofddraagconstructie', voldoet de constructie van het bestaande deel inclusief aanpassingen en uitbreidingen eveneens aan de 60 minuten-eis.
Projectgegevens
Locatie: Westzeedijk 507 (Delfshaven), Rotterdam • Omvang nieuwbouw: 23.785 m2 bvo (184 woningen) • Start bouw: zomer 2018 • Verwachte oplevering: begin 2020 • Opdracht: IC Netherlands • Projectontwikkeling: Waterford Investments & Vervat Vastgoed • Herbestemmingsontwerp: Mei architects and planners • Constructief ontwerp: Pieters Bouwtechniek • Bouwfysisch advies: Peutz • Installatie-advies: J. van Toorenburg • Brandveiligheidsadvies: Adviesbureau Hamerlinck • Bouwmanagement: VGG Adviseurs • Historisch onderzoek: SteenhuisMeurs • Ruimtelijke ordening: Rho Adviseurs • Hoofduitvoering: IBB Kondor • Staalframebouw: FeNB2 • Video The Making of... - part 1 (Mei, Vimeo) • Impressies: Mei • Foto’s: Ossip van Duivenbode, IBB Kondor • Redactie: Arend Dolsma (Bouwen met Staal), juni 2019