Transformatie gasfabriek, Deventer
Naar ontwerp van Architecten_Lab zijn drie karakteristieke fabrieksgebouwen in Deventer, de monumentale overblijfselen van een gasfabriekscomplex uit 1910, klaargestoomd voor nieuwe functies. Bij dit transformatieproject zijn de ontwerpkeuzes gemaakt ná integrale afweging van behoud van de historische betekenis van de oudbouw, financiële haalbaarheid, technische mogelijkheden en de additionele waarde van aanpassingen en toevoegingen.
« terug naar Architect + Staal november 2017
Objecten van de transformatie zijn het vroegere Ketelhuis, het Apparatengebouw en het Metergebouw. De drie gebouwen zijn begin vorige eeuw gebouwd in neorenaissance stijl, als onderdeel van het gasfabriekscomplex in Deventer. De gasfabriek is al enige tijd ter ziele; zo ook het gros aan bijbehorende gebouwen waaronder drie grote gas- en waterhouders. Het overblijvende gebouwentrio bezit inmiddels de gemeentelijke monumentenstatus en is in oktober van dit jaar begonnen aan een ‘tweede leven’.
Het Metergebouw is nu het onderkomen van bierbrouwer Duvel, het Apparatengebouw doet voortaan dienst als innovatiecentrum voor gevestigde en startende bedrijven en het Ketelhuis fungeert als bedrijfsverzamelgebouw. Dat alles ter invulling van het oude fabrieksterrein als campus voor innovatieve ondernemingen.
Om van het Metergebouw een multifunctioneel gebouw te maken – met ontmoetings-, presentatie- én kantoorruimten – heeft Architecten_Lab een nieuwe bouwdeel toegevoegd. Deze aanbouw presenteert zich als een logisch derde deel bij de tweedelige oudbouw. De drie delen zijn identiek in afmetingen, rechthoekig grondvlak, symmetrische langsgevels en zadeldak. De nieuwbouw en de oudbouw met de centrale entree staan net los elkaar. De benodigde verbinding komt voor rekening van transparante vliesgevels.
De wens om de uitbreiding een eigentijds industrieel uiterlijk mee te geven, heeft geleid tot weervaststaal (Cor-Ten). De gesloten langsgevels zijn uitgevoerd met een buitenhuid van 2 mm dikke, ongeprofileerde weervaststalen platen. De platen (2.000 x 1.000 mm groot) zijn vastgeschroefd op weervaststalen omegaprofielen op de houtskeletbouw-binnengevel. De platen beschrijven een hoek van 45 graden, ter herinnering aan de diagonale belijning op vroegere waterhouder.
Over de houtskeletbouwelementen van de binnengevel is een naadloze laag van EPDM gelijmd omwille van de waterdichtheid. Open voegen tussen de weervaststalen platen zorgen voor voldoende ventilatie achter de buitenhuid. Op de hoeken en knikpunten hebben de platen een klein overstek zodat het regenwater niet over de buitengevel naar beneden loopt en daar sporen achterlaat. Het hemelwater wordt opgevangen in een grindkoffer, ingegraven in het maaiveld.
De draagconstructie van de uitbreiding bestaat uit twee stalen spanten van HEA-profielen. De spanten staan op een begane-grondvloer van gestort beton op een gestabiliseerde zandlaag. De verdiepingvloer – een staalplaat-betonvloer – ligt over de horizontale koppelprofielen in de spanten.
Behoud van het industriële karakter vormde het vertrekpunt voor herontwikkeling van de bestaande bouw. Zowel de bakstenen muren als de houten kapconstructies en het houten dakbeschot zijn gehandhaafd, schoongemaakt en in het zicht gelaten. Om nieuwe vloeren en doorgangen aan te brengen, zijn enkele bestaande spanten aangepast. Verwijderde spantdelen zijn vervangen door onbehandelde, ‘industriële’ staalprofielen. Waar nodig vanwege de herindeling, zijn nieuwe puien en kozijnen van glas in stalen koker- en hoekprofielen ingebracht.
Ter na-isolatie van de monumenten zijn de bestaande gevels aan de binnenzijde toegerust met een geïsoleerde metal stud voorzetwand. Op het enkel glas van de bestaande kozijnen is isolatiefolie aangebracht. Het glas in de nieuwe kozijnen is HR++. Om het dakbeschot zichtbaar te houden in het interieur, is het dak geïsoleerd aan de buitenzijde. Hiertoe zijn eerst de oude dakpannen verwijderd en 80 mm dikke renovatie-dakelementen aangebracht, voorzien van een onderlaag van zacht steenwol en een toplaag van harde PIR. Daarna zijn de oude dakpannen teruggelegd, met PV-panelen ertussen.
Voor het markeren van de routes van en naar de gebouwen wordt eveneens weervaststaal ingezet. Het materiaal vindt zijn weg in de bestrating en de omkadering van plantenbakken en fietsenstallingen.
De weervaststalen bouwproducten zijn geleverd door Ridder Skins for Buildings. De staalconstructies zijn gefabriceerd en gemonteerd door Tasche Staalbouw. Van Norel Bouwgroep heeft de hoofduitvoering verzorgd. Ingenieursbureau Hartman tekent voor de constructieadviezen, Studio Groen + Schild voor het interieurontwerp.
- Architecten_Lab
- ADO, nov. 2017