Bouwen met Staal | Veelzijdig, flexibel, duurzaam Bouwen met Staal

Afvalbrengstation, Den Haag

Een afvalbrengstation wil wel eens het stiefkindje van de stedelijke omgeving zijn. Het afvalbrengstation in de Uitenhagestraat aan de rand van de Haagse binnenstad vormt de inspirerende uitzondering. De gezamenlijke ontwerpinspanningen van Wessel van Geffen architecten, Superuse Studios en het Ingenieursbureau Den Haag hebben geresulteerd in een verrassende verschijning die zich als vanzelfsprekend voegt in de stedelijke context. Bovendien is het gebouw toonbeeld van circulariteit. Alle gevels zijn opgebouwd uit eerder gebruikt staal.

« terug naar Architect + Staal april 2017

Dat hergebruik – nog meer dan recycling – milieuwinst oplevert, ziet zich niet alleen bevestigd in beleidsplannen en convenanten zoals het recente Rijksbrede Programma Circulaire Economie en het Nationale Grondstoffenakkoord. Ook opdrachtgevers in de bouw kiezen steeds vaker en nadrukkelijker voor het ontwikkelen of herontwikkelen van gebieden en gebouwen volgens de principes van circulaire economie, waarbij hergebruik van constructies en materialen centraal staat.

Zo’n opdrachtgever is de gemeente Den Haag. Zo ondergaat het oude bedrijventerrein De Binckhorst, in opdracht van de gemeente, op dit moment een circulaire herstructurering. Circulair ontwikkelen, ontwerpen en bouwen loont echter ook bij meer kleinschalige bouwprojecten. Dat bewijst het nieuwe Afvalbrengstation Den Haag, een ontwerp van Wessel van Geffen architecten in samenwerking met Superuse Studios en het Ingenieursbureau Den Haag.

Alle gevels van het gebouw zijn bekleed met voorgelakte, verzinkte staalplaten, afkomstig van de automobielindustrie. Uit de platen zijn eerder onderdelen voor vrachtwagens gesneden. Met de verschillende insnijdingen en perforaties leveren deze ‘contourplaten’ nu vanuit elk gezichtspunt een ander gevelbeeld op. Bovendien verduidelijken de hergebruikte staalplaten de functie van het gebouw: hier lever je je (grof)vuil in.
De contourplaten zijn gemonteerd op eveneens eerder gebruikte stalen damwandprofielen die het gebouw een meer verticale geleding geven. Daar waar de gevels geluidwerend moeten zijn, zijn achter de contourplaten verzinkt stalen sandwichpanelen met glasstroken aangebracht. Deze sandwichpanelen komen uit gesloopte gebouwen.



De gevels maken het gebouw tot een ‘luchtige’, open object in zijn omgeving. Tegelijkertijd wordt een te directe inkijk in het interieur en overlast door stof en geluid voorkomen door de geveldelen in de nabijheid van woningen relatief gesloten te houden. Elders zijn de gevels juist meer open om de luchtkwaliteit in het gebouw op peil te houden.

De modulaire structuur van de gevels in combinatie met de ranke, stalen hoofddraagconstructie resulteert in een geheel kolomvrij interieur dat desgewenst gemakkelijk is aan te passen aan gewijzigd gebruik of een andere functie.

In het gebouw zijn de routes voor particuliere auto’s en het vrachtverkeer gescheiden. De verlaagde uitvoering van de vrachtverkeersruimte draagt bij aan de overzichtelijkheid van het gebouw. De inrit voor particulieren bevindt zich in de Uitenhagestraat, herkenbaar aan de luifel en het entreegebouw met naamsaanduiding. Na vuilafgifte verlaat de automobilist het gebouw aan de Loosduinsekade. De invoegstrook tot de éénrichtingsrijbaan van deze verkeersweg maakt de bezoeker duidelijk dat dit uitsluitend een uitrit is. Inrijden is hier onmogelijk zonder een verkeersovertreding te begaan.

Het gebouw is getooid met een ‘industrieel’ sheddak van staalplaat, voorzien van eerder gebruikt isolatiematerialen, begroeiing en PV-cellen voor de eigen energievoorziening. Het regenwater wordt opgevangen en hergebruikt, onder meer voor het schoonmaken van de rijbanen in het station.

Voor het afvalbrengstation heeft Wessel van Geffen een ander ontwerptraject doorlopen dan gebruikelijk. Het ruimtelijk-functioneel ontwerp is weliswaar ingegeven door de eisen en randvoorwaarden van de Gemeente Den Haag en de Haagse Milieu Service als gebruiker, de ‘standaard’ lay-out van afvalbrengstations in Den Haag en de (beperkte) afmetingen van het perceel. In zoverre wijkt het ontwerptraject niet af. De verschijningsvorm is echter niet bepaald door een opzet waaruit de materiaalkeuzes volgen, maar van meet af aan gedirigeerd door de keuze voor hergebruik van bouwdelen en materialen.

Van Boekel Zeeland leverde het afvalbrengstation in december vorig jaar op, na krap een half jaar bouwen. Adviesbureau Tielemans Bouwconstructies trad op als constructief adviseur. De adviezen op het gebied van bouwkundige detaillering, installaties en brandveiligheid kwamen van ABT. Boudewijn Revis, de Haagse wethouder voor Binnenstad, Stadsontwikkeling, Kerngebieden en Buitenruimte, heeft het gebouw begin dit jaar officieel geopend.

ADO, april 2017