EIB: geen nieuwe bouwcrisis
Het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) is gematigd positief: ‘Stikstof vertraagt, maar er komt geen nieuwe bouwcrisis.’
« terug naar NieuwsTijdens de jaarlijkse nieuwjaarsbijeenkomst van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) zijn de verwachtingen voor de bouwproductie en de werkgelegenheid voor 2020 en de jaren erna gepresenteerd. De voornaamste conclusies zijn… Afgelopen jaar (2019) was de bouw opnieuw één van de sterkst groeiende sectoren binnen de Nederlandse economie. Maar de groei van de bouwproductie valt dit (2020) en komend (2021) jaar stil. De stikstofproblematiek vertraagt bouwprojecten enkele maanden tot een jaar. Anderzijds is er een sterke onderliggende vraag en hebben bouwbedrijven goed gevulde orderportefeuilles. Op middellange termijn (vanaf 2022), als de stikstofproblematiek is opgelost, is er opnieuw een sterke groei. Het EIB gaat dan uit van een structureel sterke vraag met een inhaalslag vanwege door stikstof vertraagde projecten. Bovendien krijgen de extra investeringen in duurzaamheid dan hun beslag.
Deze vooruitzichten stemden ook het panel met vier ‘wijze mannen’, beteugeld door gespreksleider Diana Matroos, mild positief. Toch waren zij wat sceptischer dan de macro-economen van het EIB. De enige echte bouwer in het panel, Job Dura (bestuursvoorzitter Dura Vermeer), wees op de micro-economische effecten. Stikstof en PFAS kwamen het afgelopen jaar de bouw rauw op het dak vallen. Plotseling lagen projecten stil en moesten bouwbedrijven andere projecten naar voren trekken. Hij ziet in nieuwe regelgeving geen probleem, maar pleit voor een geleidelijke overgangsperiode. Hans de Boer (voorzitter VNO-NCW) wees het EIB erop, dat er ook aan de macro-kant crises dreigen. In de cijfers komen in zijn optiek twee grote maatschappelijke opgaven onvoldoende tot uitdrukking. Ten eerste het groeiende aantal huishoudens dat een woning zoekt, waarmee de ‘woningnood’ op circa tweehonderdduizend woningen komt. Ten tweede de gewenste aanpassingen aan de infrastructuur, zoals deze zijn aangegeven in het deltaplan 2030 van de Mobiliteitsalliantie, die de ondernemersvoorzitter noodzakelijk acht voor de concurrentiepositie van Nederland. Als deze investeringen in 20.000 woningen per jaar en 3 miljard euro per jaar voor infrastructuur loskomen, zien de statistieken er heel anders uit.
Peter Glas (Deltacommissaris) wees op de aanpassingen die nodig zijn om Nederland klaar te stomen voor een veranderend klimaat. Niet uitsluitend het verhogen van de dijken vanwege de verwachte stijging van de waterspiegel. Maar ook de binnenstedelijke problematiek waar door de combinatie van verharding en intensere regenbuien ‘de putdeksels omhoog komen.’ Marc van der Linden (CEO Stedin Groep en voorzitter Netbeheer Nederland) brak juist een lans voor de meer onzichtbare infrastructuur, die van stroom, gas, water en dataverkeer. Hij bepleit een geïntegreerde aanpak van de vernieuwing van deze netwerken, zodat ‘de straat maar één keer open moet.’ Ook wenst hij een getrapte, gefaseerde energietransitie, die weliswaar duurder is, maar op meer draagvlak bij de bevolking kan rekenen. Het applaus uit de zaal wees erop, dat hij in de goede richting zit.
Volgens het panel vraagt dit van de bouw onverminderde innovatiekracht, zowel in het vinden van integrale oplossingen als in verdergaande industrialisatie en prefabricage om de bouwsnelheid te verhogen. Dit vraagt bovendien een blijvende alertheid op het aantrekkelijker maken van de bouw als werkgever. Want de komende twee jaren mag door stagnatie in de productie het aantal schoolverlaters (circa 10.000) in evenwicht zijn met de pensionado's die de bouw verlaten. De jaren erna moet minstens de helft van het nieuwe personeel toch weer uit het buitenland of als zij-instromer de branche binnenkomen.
Het rapport ‘Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2020’ is te bestellen via de website van het EIB. Daar is ook een korte samenvatting van het rapport te lezen. (MB)
Foto: Spoorbrug Zuidhorn, ontw.: Arcadis, foto: John Verbruggen