21 januari 2025

Ondernemers die investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen kunnen in 2025 weer in aanmerking komen voor belastingaftrek via twee fiscale regelingen van de rijksoverheid: MIA en Vamil. Het Rijk heeft voor beide regelingen in totaal 209 miljoen euro gereserveerd.

Hiervan is 189 miljoen uitgetrokken voor de MIA, voluit Milieu-investeringsaftrek. Deze regeling biedt de ondernemer de mogelijkheid om maximaal 45% van het bedrag van de duurzame investering fiscaal af te trekken. De MIA-aftrek komt dan boven op de standaard investeringsaftrek. Twintig miljoen gaat naar de Vamil, Willekeurige afschrijving milieu-investeringen. Via de Vamil kan een bedrijf tot 75% van de investeringskosten afschrijven.

Bij investeringskosten kan ’t gaan om de kosten van aankoop en bijbehorend transport en bedrijfsklaar maken van een nieuw bedrijfsmiddel óf de zogeheten voortbrengingskosten (of maakkosten) bij het (zelf) vervaardigen van een bedrijfsmiddel. Daaronder vallen de kosten van inzet van personeel, materialen en werkzaamheden door derden.

De beide regelingen zijn enkele jaren geleden in het leven geroepen door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en ondergaan elk nieuw kalenderjaar een update. Naast aanpassing van de budgetten, zijn ook weer enkele voorwaarden voor aanvraag en toewijzing veranderd.

Zo is in beginsel voor elk milieuvriendelijk bedrijfsmiddel het maximum investeringsbedrag per jaar verlaagd naar 25 miljoen euro. Voor sommige bedrijfsmiddelen kunnen nog lagere maxima gelden.

MIA en Vamil mogen met ingang van het nieuwe jaar niet langer worden gecombineerd met de subsidieregelingen op het gebied van mobiliteit. Dat zijn AanZET (Aanschafsubsidie Zero-Emissie Trucks), SPRILA (Subsidieregeling Private Laadinfrastructuur bij bedrijven), STour (Subsidieregeling Aanschaf Emissieloze Touringcars) en SSEB (Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel), in het geval van bouwvoertuigen zoals bedoeld in artikel 1.1, onderdeel c van de SSEB. Als bijvoorbeeld een bouwonderneming investeert in elektrificatie van een vrachtauto of mobiele hijskraan, dan is MIA/Vamil-aftrek mogelijk óf SSEB-subsidie, niet allebei.

MIA en Vamil zijn weliswaar twee separate regelingen, maar wel nauw verwant. Een milieuvriendelijke bedrijfsinvestering kan voor zowel MIA als Vamil in aanmerking komen. Om sowieso kans te maken op fiscaal voordeel via MIA en/of Vamil, moet het bedrijfsmiddel (product, dienst, techniek of proces) waarin de onderneming investeert, in elk geval voorkomen op de Milieulijst MIA/Vamil 2025 en voldoen aan de daarin gestelde eisen.

De Milieulijst is voor dit jaar flink aangepast. De wijzigingen voorzien deels in verruimingen van de regelingen, deels resulteren ze in inperking. Tot de inperkingen bij ‘Bouw (gebouwde omgeving) en Klimaat’ behoort de verlaging van het aftrekpercentage in de MIA – van 45% naar 36% – voor enkele ‘typen’ duurzame gebouwen (D 5215, D 5220 en D 5227 in de lijst).

Voor gebouwen of gebouwdelen met een industriefunctie kan voortaan nog maar voor maximaal 5.000 m² bvo belastingvoordeel via de MIA worden verkregen. Voor circulaire woningen (G 5202) ligt het plafond bij € 700 aan investeringskosten per vierkante meter bvo. Voor zowel duurzame woningen als utiliteits- en industriegebouwen dient bij aanvraag een MPG-berekening op basis van A2-data volgens EN 15804:A2 te worden overlegd. Duurzame installaties worden voortaan gezien als onderdeel van het gebouw en moeten daarom in de MPG-berekening worden meegenomen.

Op andere onderdelen van ‘Bouw (gebouwde omgeving) en Klimaat’ zijn de regelingen juist verruimd. Een nieuw, groen en gezond bedrijfsterrein (A5340) of het vergroenen van een bestaand terrein (A5341) leveren voortaan meer fiscaal voordeel op. Kosten voor dakisolatie en dakbedekking tellen nu mee bij een groendak (F5300). Nieuw op de milieulijst zijn grijs-waterzuiveringsinstallaties en milieuvriendelijke gevelimpregnering (zonder inzet van PFAS en chemicaliën). Ook deze middelen zijn nu fiscaal aftrekbaar in het kader van MIA/Vamil.

Per 1 januari 2025 heeft RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) de bezwaar- en beroepsprocedure in het kader van MIA/Vamil overgenomen van de Belastingdienst. RVO verzorgde al langer de inhoudelijke advisering en voorlichting bij aanvragen. Nu ‘t ook bezwaar- en beroepsprocedures gaat afhandelen, krijgt de aanvrager naar verwachting eerder duidelijkheid over mogelijke toekenning van de belastingaftrek.

• Meer informatie over de twee fiscale regelingen vindt u op www.rvo.nl en in deze brochure.
• Foto: Circulaire TuiBrug Hoeven, voor 80% gemaakt van eerder gebruikt staal, Halderberge / Moerdijk. (Arc2 architecten, Meerdink Bruggen). Ook direct hergebruik van constructiestaal kan in aanmerking komen voor MIA en/of Vamil.