Bouwen met Staal | Veelzijdig, flexibel, duurzaam Bouwen met Staal

Carel Weeber (1937–2025)

Architect Carel Weeber is afgelopen zondag op 87-jarige leeftijd overleden. Weeber maakte naam met grootschalige wooncomplexen als De Peperklip in Rotterdam en De Zwarte Madonna in Den Haag, zijn kritische antwoord op de ‘nieuwe truttigheid’ in de Nederlandse woningbouwarchitectuur van de jaren ’70 en ‘80.

« terug naar Nieuws

Architect Carel Weeber is afgelopen zondag op 87-jarige leeftijd overleden. Weeber maakte naam met grootschalige wooncomplexen als De Peperklip in Rotterdam en De Zwarte Madonna in Den Haag, zijn kritische antwoord op de ‘nieuwe truttigheid’ in de Nederlandse woningbouwarchitectuur van de jaren ’70 en ‘80.

Carel Weeber, officieel: Carlos Jose Maria Weeber, wordt op 3 december 1937 geboren in Nijmegen, maar besteedt zijn jongere jaren op Curaçao. Daar verwerft hij bekendheid met ontwerpen waarbij de wind het overneemt van de airconditioning voor het koelen van het gebouw. In 1955 keert hij terug naar Nederland en verandert zijn naam in Carel. Tot 1964 studeert hij architectuur aan de Technische Hogeschool in Delft. Tijdens zijn studie is hij enige tijd actief bij Groosman architecten in Rotterdam. In 1969 werkt hij bij Van den Broek en Bakema mee aan het ontwerp voor het Expopaviljoen in Osaka. Vanaf 1970 is hij hoogleraar architectonisch ontwerpen aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft, een functie die hij tot 2003 blijft vervullen.

Met vakgenoten Jan Hoogstad, Aat van Tilburg en Wim Schulze formeert Weeber in 1977 de maatschap HWST. Binnen deze Rotterdamse associatie produceert hij in betrekkelijke korte tijd een fiks aantal woningbouw-ontwerpen, onder meer voor een appartementengebouw met 81 sociale woningen aan de Voorhaven in Rotterdam (1981) en woongebouw Pompenburg met 226 corporatiewoningen aan het gelijknamige Pompenburg in de havenstad (1981). Zijn ontwerpen wijken onmiskenbaar af van wat in die jaren gangbaar is in de woningbouw: geen kleinschalige hofjes of woonerven, geen monotone straatwanden, geen zadeldakjes, maar robuuste, gelede bouwblokken met ronde accenten (balkons, vensters, entrees) in kleurrijke contrasten. Het brengt hem geregeld in aanvaring met gemeentelijk welstand en bewonerscollectieven.

Woongebouw De Peperklip, Rosestraat, Feijenoord/Kop van Zuid, Rotterdam (1982, HWST / Carel Weeber).

De aversie van Weeber tegen de ‘nieuwe truttigheid’ in de vaderlandse woningbouwarchitectuur trekt begin jaren ’80 landelijke aandacht via De Peperklip in Rotterdam en De Zwarte Madonna in Den Haag. Beide grootschalige, neo-rationalistische woongebouwen moeten het failliet inluiden van de heersende kleinschaligheid en kneuterigheid. De Paperclip (1982) is bijna 500 m lang en tot acht verdiepingen hoog en hierdoor volgens Weeber in staat tegenwicht te bieden aan de grootschalige elementen in de havenomgeving. Het gebouw zou de opmaat vormen tot de herontwikkeling van de Kop van Zuid.

Ook met De Zwarte Madonna (1985) zet Weeber de grootschaligheid bijna rigoureus in het stadsbeeld van de jaren ’80. Het wooncomplex onder de rook van Den Haag Centraal maakt deel uit van een stedenbouwkundig plan van Weeber voor herinrichting van de stadswijk rond het Spui. Het plan van Weeber vindt geen doorgang en De Zwarte Madonna maakt in 2007 plaats voor nieuwe ontwikkelingen, tot ontsteltenis van bewoners die hun vertrek uit het complex tot het laatst rekken.

Eind jaren ’80 start Carel Weeber de samenwerking met Frits van Dongen, Pi de Bruijn en Jan-Dirk Peereboom Voller in De Architekten Cie. Zijn neo-rationalistische stijl ondergaat, onverwacht, invloeden vanuit het neoclassicisme. In 1998 trekt hij zich terug uit De Cie, keert in 2005 terug naar Curaçao en verhuist in 2016 naar België om samen met Sofia Saavedra Bruno verder te gaan als CASArchitects.

Metrostation Spijkenisse Centrum, Ruwaard van Puttenweg, Spijkenisse (1985): een van de drie haltes aan het metroviaduct in Spijkenisse, ontworpen door Carel Weeber (© Frans Ripmeester). Een jaar later wordt het project bekroond met een Nationale Staalprijs.

Wellicht was de publieke waardering verlaat, erkenning vanuit vakkringen viel Carel Weeber al vroeg ten deel. In 1966 ontvangt hij de Prix de Rome, in 2006 gevolgd door de Rotterdam-Maaskantprijs. De drie stations van de metrolijn Spijkenisse, naar ontwerp van Weeber, winnen in 1986 een Nationale Staalprijs.

  • Openingsfoto: Carel Weeber in 2002 (© Sam Rentmeester).