Master architectuur
In 2019 waren er zes deelnemers in de categorie Master architectuur. Er werden een eerste en een tweede prijs toegekend.
« terug naar StudentenSTAALprijs 20191e prijs: Hedwig van der Linden (Technische Universiteit Delft) - Expeditie Rotterdam
Een fascinatie voor de expeditiehoven die Rotterdam zo kenmerken, gecombineerd met een liefde voor vergeten plekken en de verdichtingsopgave van Rotterdam vormden de basis van dit afstudeerproject. Door het bombardement in 1940 heeft Rotterdam een nieuw type binnenstad. Tijdens de wederopbouw werd gekozen voor een ruime opzet van de stad, passend bij de moderne auto-ideologie. In plaats van het traditionele gesloten bouwblok met tuinen kwam er het expeditiebouwblok. Verborgen achter poorten liggen op het binnenterrein van de bouwblokken expeditiestraten- en hoven die samen een secundair netwerk vormen met een typische sfeer die meer is dan achterkanten. De expeditiestraten zijn bedoeld voor vrachtverkeer ter bevoorrading van winkels, bedrijfspanden, restaurants en andere horeca. Na zo’n 70 jaar is deze rol echter verouderd door de veranderde logistiek en de verschuivende economie van goederen naar diensten; nieuwe ontwikkelingen in mobiliteit zorgen ervoor dat de functie van de expeditiehoven niet meer in deze vorm en maat nodig is. In dit type stadsruimte is het meestal rustig; de straten zijn gescheiden van het winkelende publiek en er is geen bestemming voor bezoekers. In totaal gaat het om zo’n 25 voetbalvelden aan openbare ruimte; verborgen plekken waar ruimte is voor ontwikkeling. En Rotterdam is booming, er is urgentie de stad te verdichten en te intensiveren door woningen toe te voegen aan de binnenstad. Door ‘achterkanten’ om te zetten in kansen, draagt dit project bij aan de realisatie van de gewenste groei van het aantal woningen in binnenstedelijk gebied en tegelijkertijd aan het behoud van de wederopbouwarchitectuur. Dit levert eveneens kansen om de publieke ruimte en de verblijfskwaliteit in de stad te verbeteren. Bovendien levert de verduurzamingsopgave urgentie om dit soort kansrijke binnenstedelijke gebieden op te pakken.
De verschillende expeditiehoven in Rotterdam zijn in beeld gebracht en geanalyseerd. Om te ontdekken wat de transformatiemogelijkheden zijn, is gekozen voor een ontwerpvoorstel in het Sint-Janshof in het Hoogkwartier, een wijk in het oostelijke deel van de Rotterdamse binnenstad. Hiertoe zijn verschillende voorstudies gedaan: een theoretische studie naar ‘dichtheid’ en ‘intensivering’, documentatie en analyse van het expeditiebouwblok in het Stadsarchief Rotterdam, literatuurstudie naar wederopbouwarchitectuur, verkenning van mogelijke bouwwijzen, observaties in en rondom het expeditiebouwblok Sint-Janshof vastgelegd in film- en fotomateriaal, inventarisatie van het huidige gebruik en gebruikers door middel van gesprekken en interviews, en positionering ten opzichte van de huidige visie en initiatieven vanuit de markt en de Gemeente. De gehanteerde uitgangspunten voor het ontwerpvoorstel zijn: de gebieden meer poreus maken, verblijfskwaliteit toevoegen en meer reuring realiseren door de toevoeging van werk- en woonruimten. Het resulteert in een aangenaam nieuw leefmilieu met groene hofjes op straatniveau en bovenop de bestaande bedrijfspanden in het midden van het bouwblok een dek met collectieve en private woonruimtes en, tussen de bestaande betonconstructie doorstekend, de ingepaste woontorens verbonden met de omliggende bestaande woningen. Het dek, de torens en hun materialisatie in glas en staal verwijzen naar en vernieuwen de naoorlogse architectuur.
In Rotterdam zijn de twee dominante architectuurstromingen uit de wederopbouwperiode duidelijk zichtbaar: de traditionalistische Delftse School (gebouwen uit baksteen met een klassieke opbouw) en het functionele Nieuwe Bouwen (gebouwen uit staal, beton en glas). Door het toevoegen van nieuwbouw in een bestaand bouwblok is het gebruik van lichte materialen in de vorm van een stalen constructie en aluminium gevelpanelen van belang. In combinatie met glas is zoveel mogelijk daglichttoetreding gewaarborgd. De benadering om oorspronkelijke modernistische principes (zoals onder andere de materialisatie, het dek, de luifels, de frames) te gebruiken in het perspectief van hedendaagse technologie en programma maakt nieuwe dynamiek en nieuwe vormen van stedelijke architectuur mogelijk. Deze werkwijze, vanuit de kennis van de bestaande situatie op weg naar de volgende fase in een betekenisvolle stad, is een voorwaarde voor duurzaam hergebruik. Door de verschillende vormen en maten, ligging, eigendomsposities, gebruikers en programma van de expeditiebouwblokken is er niet één recept voor herontwikkeling maar is er sprake van maatwerk. Het versnipperde eigendom van de panden die samen het expeditiebouwblok vormen, maakt dat er voor herontwikkeling een duidelijk gemeenschappelijk belang dient te zijn en samenwerking tussen de eigenaren, verhuurders en huurders en gemeente. Dit afstudeerproject levert een oplossing waar we morgen in Rotterdam en de rest van Nederland mee kunnen beginnen. In Rotterdam is de ruimte in het expeditiebouwblok uitzonderlijk, maar ook andere (naoorlogse) steden en dorpen kennen achterstraten en tussenruimtes die nieuwe vormen van stedelijk bouwen mogelijk maken.
Meer informatie is te vinden op de website van de Archiprix. Het afstudeerrapport is te downloaden van de website van de TU Delft.
Het oordeel van de jury:
De jury is enthousiast over het gekozen onderzoeksthema ‘duurzaam verdichten in een (groot)stedelijke omgeving’. Ruimtegebrek versus woningnood vraagt om innovatieve oplossingen. Voorafgegaan door een algemeen onderzoek naar verdichtingsmogelijkheden zijn vervolgens de expeditiebouwblokken in Rotterdam nader onderzocht. Uit uitvoerige stedenbouwkundige analyses blijkt deze achterhaalde vorm van stedenbouw bijzonder geschikt voor verdichting. Het ontwerpvoorstel zoekt het contrast tussen de steenachtige uitstraling van het bestaande bouwblok in beton en baksteen en de lichte, transparante toevoeging in staal en glas. Het onderzoek en het technisch uitgewerkte ontwerp zijn van hoge kwaliteit. Alle aspecten die aan de orde komen bij het thema zijn onderzocht. Het toevoegen van licht en transparantie verhoogt de leefkwaliteit in de wijken. Dit ontwerp kan tot voorbeeld dienen voor het toevoegen van woningen in combinatie met werkruimte in andere steden.
‘Mooi volledig uitgewerkt afstudeerwerk’, ‘Voorbeeld van een goede stedenbouwkundige inpassing’, ‘Uitstekende toepassing van staal’, de jury is vol bewondering en ziet dit project ook als een promotie van staal bij uitstek!
2e prijs: Lesia Topolnyk (Academie van Bouwkunst Amsterdam) - Un-United Nations Headquarters
The project examines the new opportunities emerging within the interlocking realms of politics and architecture. It explores the role architecture can play in absorbing conflict situations in a divided society. Not by aiming for a consensus but through mutual understanding for different world views.
The growth of the European Union and the ambitions of the Russian Federation have plunged the Crimean Peninsula into the greatest geopolitical crisis since the Cold War. The ensuing socio-political upheavals set the stage for a research project close to my origins and inner world. Could Crimea, instead of being a zone of avoidance it is now, become a driving force for the conflicting systems?
The project transforms the Sevastopol naval base, the main cause of the conflict, into a trade port, positioning Crimea as the gateway to Ukraine and Russia and as an architectural representation of Crimea’s new identity. The Greek Agora is an archetype that simultaneously represents dispute, trade and culture. As a contemporary agora, the project introduces a counterpart to the UN headquarters, namely the Un-United Nations headquarters. The logic underlying the Un-UN HQ is that an enduring stable unity is impossible in the given situation so that debate is essential. All outcomes of such debate are temporary ‘solutions’, implying that temporariness is a crucial notion. So instead of the Utopian idea of stability, the project proposes a constant instability, a perpetual temporariness of renegotiation.
The heart of political institutions, the chamber, has become a decor for rehearsed dialogues, while all meaningful decisions take place in the informal spaces. This project develops this political institution typology using a ‘corridor-only’ model. The corridor is the practical space for negotiation and a symbol of the journey rather than of the destination. Un-UN is a neutral arena for settling disputes, providing ground for the discourse on the morality of opposing political systems. The complex is located next to Sevastopol Bay, an archaeological site based on the ancient Greek city grid. The grounds are filled with solidified architecture whose stratification recalls the political regimes of diverse historical periods and nations. The grid itself has remained intact during the city’s entire existence.
Un-UN is positioned Un-UN is placed above an excavated street which belongs to a disclosed grid where nothing has been built before. As a projection of that street, the vertically organized building portrays a contemporary democratic system superimposed on the historical horizontal layer. In this way, it complements the collection of existing artifacts.
The relationship between the existing site and added structure is crucial for this project. In order to minimize visual distortions, seven “Vierendeel” trusses are positioned at the historical street crossings, carrying one 450 m long horizontal “Vierendeel” truss, from which floors are suspended. This way the existing horizontal excavated streets lead directly to the new informal ‘streets’. In order to better spread the wind forces, the floors are trusses with diagonal elements. The structure of the building, its elevators, and its stairs are positioned outside of the “corridor” to not disturb “unlimited thoughts” situated between historical quarters. Un-UN is elevated above the landscape in order to maintain historical physical and visual connections. Standing within the headquarters, the linear form with a minimum of structural elements allows one to experience the expansive horizon continuously. Facades respond in an optimum way to its specific orientation, climate and functional settings within the building. The south facade is equipped with automatized pivoting elements, which filter light, simultaneously mirroring surroundings. The frame of these elements collects energy for the building.
The building acts as a dividing wall but operates as a gateway through its elevated position above the landscape with its passages created by historically exposed connections. This gateway builds relationships with both the Eastern and Western worlds.
Meer informatie is te vinden op de website van de Archiprix.
Het oordeel van de jury:
De jury moest wel even wennen aan het radicale politieke standpunt dat het gebouwontwerp vertegenwoordigt en de zwaar beladen context waarin het is geprojecteerd. Het gebouw speelt een politiek beladen rol in het grensconflict op de Krim tussen Oekraïne en Rusland. Enerzijds trekt het gebouw een radicale streep in het landschap als een moderne Chinese muur en anderzijds moet het dienen als toegangspoorten naar Oekraïne en Rusland. Deze ‘poorten’ ontstaan door het gebouw via zeven vierendeel liggers op poten iets boven het landschap uit te tillen en gebruik te maken van historische uitsnijdingen in het landschap. Het gebouw volgt de lijn van een historisch grid en is slechts 4.5 meter breed bij een lengte van 450 meter. Een dergelijk gebaar is alleen mogelijk in staal. Het architectonische beeld is indrukwekkend. De gevel met patrijspoorten doet weliswaar denken aan illustere voorbeelden (zoals Nouvel’s Musée du Monde Arabe en Sean Godsell’s Design Hub in Melbourne), maar is desalniettemin een lust voor het oog. ‘Typisch een esthetisch ontwerp in staal, waarbij constructie en architectuur elkaar versterken’, oordeelt de jury.