Kosten in perspectief
« terug naar KostenDe kosten van een staalconstructie zijn maar zo’n 7 tot 13% van de totale kosten voor een gebouw: de investeringskosten.
Volgens NEN 2631 (Elementenmethode) vallen onder de investeringskosten:
• grondkosten (verwerving, bouwrijp maken, infrastructurele voorzieningen, sloopkosten, winst en risico);
• bouwkosten (bouwkundige werken (w.o. de constructies), technische installaties, vaste inrichtingen);
• inrichtingskosten (bedrijfsinstallaties, losse inrichtingen);
• bijkomende kosten (honoraria).
Kosten van de staalconstructie van een gangbare hal als onderdeel van de investeringskosten.
Staalconstructiekosten in relatie met investeringskosten
In de totale investeringskosten heeft de staalconstructie een aandeel van 7-13%. Lage percentages gelden voor bijvoorbeeld eenvoudige bedrijfshallen; de hogere voor onder meer kantoren en hotels.
De percentages gelden bij een gemiddelde grondprijs in een gemiddelde (stabiele) marktsituatie. Op een dure locatie (bijvoorbeeld het centum van Den Haag) liggen de investeringskosten hoger door de hoge grondprijs. Het procentuele aandeel van de bouwkosten (w.o. de constructiekosten), die op zichzelf weinig fluctueren, daalt in dat geval. In een regio met lage grondprijzen (bijvoorbeeld het platteland van Friesland) gebeurt het tegenovergestelde.
Een hogere of lagere prijs van een staalconstructie heeft hiermee eigenlijk nauwelijks een uitwerking op de investeringskosten. Stel dat een staalconstructie 20% duurder uitvalt, dan stijgen de investeringskosten slechts met 1,5%. Is de staalconstructie 20% goedkoper, dan gaan de investeringskosten eveneens 1,5% omlaag. Besparen op ándere kosten dan die van de constructie sorteert dikwijls een groter effect.
Kostenopbouw
De kosten van een staalconstructie bestaan uit vier onderdelen: materialen, fabricage, conservering en afwerking, en montage. Gemiddeld nemen de materialen (halffabrikaten als balken, kokers en platen, en verbindingselementen) zo’n 30% van de kosten voor hun rekening. Fabricage heeft een gemiddeld aandeel van 45%, montage komt op 10% en de conserving en afwerking eveneens op 10%.
De onderling nauw verwante onderdelen fabricage, afwerking en montage zijn gezamenlijk goed voor zo’n 70% van de kosten van de staalconstructie. Deze kostencomponenten zijn de afgelopen decennia maar beperkt gestegen, onder meer door concurrentie tussen staalconstructiebedrijven, zowel op nationaal als internationaal niveau.